Juridisch weinig meer in te brengen tegen open source licenties

14 augustus 2008

Voor de allereerste keer heeft in de Verenigde Staten een hogere rechter in een uitspraak open source licenties bevestigd. Dat ze rechtsgeldig zijn stond al langer vast, maar nu is door een federale beroepsrechter vastgesteld dat het schenden van deze licenties een inbreuk is op het auteursrecht. Dat is een belangrijke uitspraak, omdat op grond van het auteursrecht een verder verbod op verspreiding kan worden opgelegd. De zaak Jacobsen vs Katzer is wat dat betreft historisch. Katzer heeft ongebreideld het werk van Robert Jacobsen, het Java Model Railroad Interface (JMRI) project, verspreidt, zonder de voorwaarden die bij de licentie hoorden na te volgen. Het softwarepakket voor modeltreinbeheerders valt onder een open source licentievariant, de Artistic License. Het federale Hof van Beroep heeft nu geoordeeld dat het verspreiden van open source software zonder het bijvoegen van de broncode en zonder bronvermelding een onrechtmatige daad is. Met deze uitspraak wordt de juridische status van open source licenties bevestigd. In eerste instantie had een rechter bepaald dat het verspreiden van het programma door Katzer contractbreuk was, omdat de licentie veel te breed en te vaag was om van auteursrecht te kunnen spreken. De beroepsrechter is het daarmee nu dus niet eens. Er is wel degelijk inbreuk gemaakt op het auteursrecht. Contractbreuk kan maximaal leiden tot een schadevergoeding en die is in het geval van open source erg moeilijk vast te stellen. Op grond van de uitspraak kan nu Katzer verboden worden het programma verder te verspreiden.


Rechtszaken over open source zijn niet uniek. Onlangs gaf Skype toe in een rechtszaak die was aangespannen omdat het bedrijf de GPL had geschonden. Dit is echter de eerste keer dat er een principiële uitspraak gedaan is over de kwestie in hoger beroep. Arnoud Engelfriet, juridisch adviseur bij ICTRecht, noemt de uitspraak 'opmerkelijk' en een opsteker voor de open source gemeenschap. 'Het is naar mijn weten de eerste keer ter wereld dat een beroepsrechter zich zo duidelijk uitspreekt over open source licenties. Er is een belangrijke rechtsregel geformuleerd: Het principe van open source behoort door de Auteurswet te worden ondersteund', zo zegt Engelfriet. Jacobson had ondertussen zijn JMRI-programma al overgebracht naar de GPL 2 licentie, die veel beter is geformuleerd dan de Artistic License. Engelfriet vindt het opmerkelijk dat juist deze Artistic License nu door een beroepsrechter rechtsgeldig is verklaard in het kader van de auteursrechtwetgeving. Dat impliceert dat veel concreter omschreven licenties dat ook zijn, wat voor de open source beweging een erg belangrijke uitspraak is. Het wordt hierdoor een stuk makkelijker om verspreiding en gebruik zonder dat de licentievoorwaarden in acht genomen worden aan te pakken. Rechter Jeffrey S. White zei dat 'copyright holders who engage in open-source licensing have the right to control the modification and distribution of copyrighted material. … Copyright licences are designed to support the right to exclude; money damages alone do not support or enforce that right', zo schrijft White. 'The choice to exact consideration in the form of compliance with the open-source requirements of disclosure and explanation of changes, rather than as a dollar-denominated fee, is entitled to no less legal recognition. Indeed, because a calculation of damages is inherently speculative, these types of licence restrictions might well be rendered meaningless absent the ability to enforce through injunctive relief'. Lawrence Lessig, hoogleraar aan de Stanford Law School, al lange tijd een grote pleitbezorger voor software vrijheid en oprichter van de Creative Commons-beweging schreef in zijn blog dat het oordeel van White's 'huge' was en 'a very important victory' voor de juridische gelijkheid tussen open source licenties en traditioneel auteursrecht. 'The court has held that free licences such as the [Creative Commons, or CC] licences set conditions (rather than covenants) on the use of copyrighted work. When you violate the condition, the licence disappears, meaning you're simply a copyright infringer. This is the theory of the GPL [General Public License] and all CC licences. Put precisely, whether or not they are also contracts, they are copyright licences which expire if you fail to abide by the terms of the licence'. Pamela Jones, auteur van Groklaw, die de juridische kant van technologie beschrijft, schrijft dat het vonnis implicaties kan hebben voor het afdwingen van de GNU General Public License. 'As you've seen in the SCOsaga, copyright law has teeth — including injunctive relief — that make policing infringements easier. The GPL is another example of a licence that depends on copyright law for enforcement, because it's a copyright licence, not a contract. Although this model-train case is about a different licence, because the US is a legal system based in part on case law, every decision matters'.

Share This:

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.