Nazi-archief uit Bad Arolsen via het Internet toegankelijk ? of niet ?

3 november 2007

Een enorm archief uit het nazi-tijdperk accepteert eindelijk online aanvragen om informatie van slachtoffers van de naziterreur en mensen die familieleden willen opsporen. Het archief in de Duitse stad Bad Arolsen – beheerd door het Rode Kruis – vergemakkelijkt daarmee de toegang tot vijftig miljoen documenten. Rechtstreekse toegang tot de documenten is echter niet mogelijk. Tot nu toe dienden mensen die informatie wilden een schriftelijk verzoek in te dienen, rechtstreeks of via de plaatselijke afdeling van het Rode Kruis. De verwerking van aanvragen verliep vervolgens uiterst langzaam, wat tot aanzienlijke frustratie van nazi-slachtoffers en hun familieleden leidde. Vaak moet er enkele jaren worden gewacht alvorend een antwoord te krijgen op hun verzoek. Het archief werd in 1955 opgericht om inzicht te bieden in het lot van miljoenen Holocaust-slachtoffers en te helpen bij familiehereniging. Ieder jaar komen er ongeveer tienduizend aanvragen binnen. Op dit moment zijn er ongeveer zestigduizend aanvragen verwerkt.


De Holocaust Collectie van de Internationale Suchdienst (ITS – International Tracking Service) in Bad Arolsen bevat de meest volledige documentatie van de Nazi-vervolgingen in de Tweede Wereldoorlog (en daarvoor). Het bevat ongeveer 50 miljoen documenten in duizenden archiefkasten, verspreid over zes gebouwen. In totaliteit is er ongeveer twintig kilometer aan planken met informatie over de slachtoffers van het Nazi-regime. De documenten (stukjes papier, transportlijsten, registratieboeken, arbeidsdocumenten, medische dossiers en doodsregisters) documenteren de arrestatie, het transport en de uitroeiing van de slachtoffers. In een enkel geval is zelfs de hoeveelheid en de grootte van de luizen, die op de hoofden van de gevangenen werd gevonden vastgelegd. De collectie bevat onder andere Schindler's List met de namen van de duizend gevangenen die door de fabriekseigenaar Oskar Schindler werden gered met de smoes dat hij de gevangeen nodig had om in zijn fabriek te werken. Onder de miljoenen documenten kunnen ook aantekeningen worden gevonden van het transport van Anne Frank en haar familie naar Bergen Belsen, waar ze op vijftienjarige leeftijd overleed, en waarvan het nagelaten dagboek wereldfaam heeft verworven. Het 'Totenbuch' van Mauthausen documenteert in keurig handschrift hoe op 20 april 1942 iedere twee minuten een gevangene werd geelimineerd door een schot door het hoofd, en dat negentig uur lang. De commandant van het kamp bood de executies aan als een verjaardagscadeau aan Hitler. Tegen het eind van de oorlog, toen duidelijk werd dat de Duitsers de oorlog verloren hadden, haalde de uitroeiing de documentatie daarvan in. En talloze gevanegen werden toen rechtstreeks uit de treinen de gaskamers ingevoerd zonder dat een registratie plaatsvond. De Geallieerden vonden in de concentratiekampen veel gedetailleerde beschrijvingen van de wandaden van de Duitsers. Al die documenten werden naar Bad Arolsen overgebracht, waar ze werden gesorteerd, beschreven en opgeborgen. In 1955 kwam de documentatie onder het beheer van het Rode Kruis. De overeenkomst van Bonn, getekend in 1955, stelde dat er geen gegevens zouden worden gepubliceerd die de slachtoffers van de nazi's en hun families zou kunnen schaden. De ITS maakte de collectie dan ook niet openbaar voor het publiek. Informatie werd op aanvraag aan slachtoffers en hun nabestaanden verstrekt, maar slechts minimaal. Na verloop van tijd leidde dit tot ernstige kritiek onder de slachtoffers, hun familieleden, maar ook onder onderzoekers. ITS verklaarde in 1998 dan ook voorstander te zijn van het publiekelijk maken van de documenten en startte een groot digitaliseringsproject in 1999. De Duitse regering bleef echter fel gekant tegen aanpassing van de overeenkomst van 1955 om het publiek toegang te geven tot de bestanden uit angst dat de informatie mogelijk misbruikt zou worden. In mei 2006 eindelijk veranderde Duitsland haar standpunt en ging ze akkoord met een snelle herziening van de overeenkomst van Bonn. De informatie biedt onderzoekers van de Holocaust gegevens die het mogelijk maken de schattingen van kampen en slachtoffers bij te stellen. En Holocaust ontkenners wordt het een heel stuk moeilijker gemaakt de informatie te ontkennen. De toegang is echter slechts een eerste stap. Uiteindelijk dient uiteraard het publiek toegang te krijgen – online natuurlijk – tot de gedigitaliseerde collectie, zodat iedereen kenis kan nemen van de verwoestende uitwerking van een malafide en verwerpelijk regime.

Share This:

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.