Van de 100 miljoen euro die begin 2010 werd gereserveerd om de ‘versnipperde’ Amsterdamse IT-infrastructuur te standaardiseren, zal waarschijnlijk op 1 januari 2013 nog maar 25 miljoen over zijn. De kosten voor het stabiliseren van de organisatie, techniek en financiën bij de Amsterdamse Dienst ICT, knabbelen namelijk al sinds 2010 aan de som die ooit gereserveerd is voor vernieuwing.
Dat blijkt uit twee openbare bronnen: de financiële bijlage van het oorspronkelijke Uitvoeringsplan ICT, en de ‘raadvoordracht’ die gemeentesecretaris Henk de Jong in juni 2011 verzond aan gemeenteraadsleden van Amsterdam. Het uitvoeringplan ICT is uitgesteld tot 2013. Voordat de ‘versnipperde’ infrastructuur kan worden gestandaardiseerd en gecentraliseerd, moeten organisatie, techniek en financiën worden gestabiliseerd.Tot 2013 komt er een ‘crisisaanpak’. Eind 2012 volgt een ‘herijkte versie’ van het Uitvoeringsplan. IT-wethouder Wiebes schrijft in een brief aan de raadscommissie voor Economische Zaken dat dit plan ‘zonder gevolgen aan de investeringskant kan worden uitgevoerd’.
Dat financiële optimisme valt niet te rijmen met het verzoek dat hij tegelijkertijd doet, om alleen al in 2011 in totaal zo’n 17,6 miljoen euro te gebruiken om de IT te stabiliseren.
De 17,6 miljoen uit 2011 verbleekt bij het bedrag dat in 2010 van het vernieuwingsbudget werd afgesnoept. In dat jaar slonk de in het programma akkoord opgenomen 100 miljoen euro voor vernieuwing naar 70 miljoen euro. Deze hap uit de reservering van 100 miljoen in het programma-akkoord uit 2010 is terug te vinden op bladzijde 33 van de financiële bijlage van het Uitvoeringsplan. Daar staat dat de oorspronkelijk begrote 100 miljoen euro voor de vernieuwing van de IT in de zomer van 2010 dramatisch wordt verminderd. Maar liefst vijf ‘investeringslijnen’ op het gebied van vernieuwing worden geschrapt, ter waarde van een totaalbedrag van ruim 32 miljoen euro.
Bij de 22,3 miljoen euro aan achterstallig onderhoud van de Dienst ICT gaat het ook om zaken die nu vermeld worden in de ‘crisisaanpak’ van Wiebes: het vervangen van PC’s en servers ouder dan vijf jaar en het borgen van back-up en restore-functies. In hoeverre de projecten die in het achterstallig onderhoud genoemd worden succesvol zijn afgerond, wordt niet duidelijk uit de stukken van Wiebes.
Eind 2010 is er volgens bladzijde 33 van de financiële bijlage van het Uitvoeringsplan nog maar 70 miljoen euro over voor de vernieuwing van de IT. Van deze 70 miljoen wordt in 2011 11 miljoen voor het financieel systeem door Wiebes overgedragen aan collega wethouder Asscher. Hierdoor blijft er 50 miljoen voor een basis IT-infrastructuur en de professionalisering van het werkveld en 10 miljoen ‘als een stelpost voor de ontwikkeling van noodzakelijke gemeenschappelijke voorzieningen’, samen 60 miljoen. Aan die 60 miljoen euro refereert Wiebes nu. Hij schrijft: ‘Momenteel is er geen aanleiding om te veronderstellen dat er een hoger investeringsbedrag nodig is dan de eerder besproken 60 miljoen euro.’ Dat moge waar zijn, het is echter de vraag of deze 60 miljoen euro tegen de tijd dat Wiebes met zijn aangepaste vernieuwingsplan komt, nog in het laatje zal liggen.
De kans is aanwezig dat in 2012 nog een bedrag wordt opgesoupeerd voor het oplossen van de IT-crisis. Specifieke maatregelen voor deze periode zijn al door Wiebes op een rijtje gezet, maar budget hiervoor is nog niet aangevraagd.
Als in 2012 ‘vernieuwingsgeld’ blijft weglekken naar de crisisaanpak van Wiebes, resteert begin 2013 nog zo’n 25 miljoen euro voor zijn ‘aangepaste vernieuwingsplan’. Niet echt een riant bedrag om de gemeentelijke IT mee te vernieuwen. De situatie wordt ernstiger wanneer rekening wordt gehouden met een andere onheilspellende mededeling die de IT-wethouder doet in zijn brief aan de commissie EZP: ‘Door het opschuiven van de besparingen (die zouden voortvloeien uit het Uitvoeringsplan) zou een incidenteel probleem ontstaan van 42,8 miljoen euro in de periode tot 2016.’
Eind 2012, wanneer Wiebes zijn aangepaste vernieuwingsplan presenteert, zou dus wel eens kunnen blijken dat er minder dan nul euro beschikbaar is voor het centraliseren en standaardiseren van de ‘versnipperde’ Amsterdamse IT-infrastructuur.