14 maart 2011
De overheid heeft geen visie op IT. Projecten als EPD of biometrie op het paspoort worden niet beoordeeld vanuit een hoger perspectief (iOverheid), maar als losse initiatieven. Dat moet anders, stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een rapport ‘iOverheid’, dat door Corien Prins is aangeboden aan BZK. De eOverheid is vooral tot stand gekomen door het steeds verder uitbreiden de functionaliteit. Daarbij is er te veel gedacht vanuit de mogelijkheden van de technologie en de wens tot meer efficiency. Op die manier is de IT erg complex geworden. De fundamenten zijn uit het lood geslagen, zo wordt geconcludeerd. Zo is bij veel projecten de privacy ondergesneeuwd. Tussen systemen worden meer en meer koppelingen aangebracht, waarover controle nagenoeg geheel ontbreekt. Er blijkt een oncontroleerbare en ongecontroleerde macht van de staat te zijn ontstaan, waardoor de rechten van individuen in het gedrang raken. Er zijn veel overheidsorganisaties met een eigen IT, zo erkent de WRR, terwijl regie volkomen ontbreekt. Er moet grip van bovenaf komen door een club die de systematiek als geheel gaat bekijken en de verbanden onderkent. Het rapport adviseert tot een ‘Permanente commissie voor de iOverheid’, die processen van digitalisering beschouwt en beoordeelt in het licht van de iOverheids als geheel en aan het parlement rapporteert. Daaronder komt een ‘iAutoriteit’ te hangen, die projecten moet afrekenen op doelen. Die club moet de afhandeling gaan verzorgen, ook van klachten, en krijgt macht om zaken door te zetten. Bestaande organisaties zoals de toezichthouder voor privacy (CBP) zijn hiervoor te beperkt.
Bovenal moet de overheid het opdrachtgeverschap van IT professionaliseren en naar zich toe trekken. De nadruk moet liggen op wat er maatschappelijk nodig is, en niet op wat er technisch mogelijk is. Dat laatste is nu het geval en leidt er volgens de WRR in de praktijk maar al te vaak toe dat externe adviseurs en leveranciers het voor het zeggen krijgen en dat de overheid en politiek het nakijken hebben. Er ligt een grote uitdaging op de regering te wachten, vindt de WRR. Er moet een einde komen aan de het gebrek aan geloofwaardige evaluaties van IT-toepassingen door de overheid. Er moet in- en overzicht komen. Maatstaven voor de beoordeling van applicaties ontbreken en discussies blijven steken in de veiligheid van de technologie (ov-chipkaart) of in financiële debacles, die meer regel zijn dan uitzondering. Koppelingen zijn een doel op zich geworden. Tegelijkertijd worden schotten tussen terreinen en overheden afgebroken, alsof die er niet toe doen, en meer en meer komt ook de private sector mee-eten uit die gekoppelde informatiestromen. De WRR pleit ervoor dat er meer gelet moet worden op privacy en keuzevrijheid. Bij de overheid moet men beseffen dat de iOverheid vergaande veranderingen met zich meebrengt voor de relatie tussen burgers en overheden. De WRR gaat zelfs zover om het een ‘paradigmawisseling’ te noemen, een grote omslag van uitgangspunten. De WRR schetst een beeld van IT bij de overheid die vanuit de 20e eeuw volledig uit zijn voegen is gegroeid en in de 21e eeuw een moloch met tentakels is geworden waarover we de greep zijn verloren. Vooral het Elektronisch Patientdossier (EPD), het Elektronisch Kinddossier, de Verwijsindex Risicojongeren, uitdijende biometrie (vooral vanuit paspoorten) en Sofinummerverbreiding moeten het ontgelden. Deze projecten ‘ademen stuk voor stuk een groot vertrouwen in IT als middel om de overheid effectiever, klantvriendelijker, toegankelijker, kwalitatief beter en voorbereid op de toekomst te maken… Het ‘technovertrouwen’ van politiek en beleid vertaalt zich in grote ambities met IT, niet alleen in technische, maar zeker ook in beleidsinhoudelijke zin’, zo staat in het rapport te lezen. De overheid pretendeert een veiliger samenleving te bieden aan haar burgers, met een veel hoger niveau van zorg en het voorkomen van misstanden en uitwassen, maar het is de vraag of dit werkelijk zo is. De WRR stelt dat de nadelen van het ongebreideld aan elkaar knopen van systemen uit het oog worden verloren. Brussel en mondialisering vergroten de druk en de onbeheersbaarheid. Die ontembare groei van systemen, en vooral de koppelingen ertussen, tarten waarden als transparantie, privacy, keuzevrijheid en accountability. ‘Veel bestuurlijke ‘eigenaren’ of pleitbezorgers van applicaties hebben de neiging om IT als een instrument te zien, en nemen aan dat het primaire proces niet verandert’, zegt het rapport dan ook. De overheid onderkent dus niet dat de digitalisering wel degelijk invloed heeft op het functioneren van de overheid, alleen al omdat de burgers ook veranderd zijn. Op iOverheid.nu komen rapport, presentatie van Prins en discussie online.