Peer review blijft overeind in rechtszaak

22 maart 2008

Peer review staat ter discussie. Op een recente conferentie kwam het wel en wee daarvan uitgebreid ter sprake. Ethische aspecten spelen een belangrijke rol bij het zuiver houden van wetenschappelijke kwaliteit in publicaties, maar zowel Diane Scott-Lichter van de Council of Science Editors, en Michael Zigmond, hoofdredacteur van Progress in Neuroscience, vermelden dat ze regelmatig in aanraking kwamen met 'fabricated data, image manipulation, undeserved authorship, and plagiarism'. Deze 'misdrijven' zouden tijdens peer review aan het licht moeten komen, maar dat gebeurt lang niet altijd, met als gevolg dat er toch regelmatig publicaties voorkomen die later worden ontmaskerd als niet-wetenschappelijk, frauduleus of plagiaat. De anonimiteit van peer reviewers wordt over het algemeen als een zeer essentieel onderdeel van het proces beschouwd, waardoor het makkelijker is om het werk van anderen, ook experts, te kunnen bekritiseren. De afwezigheid van anonimiteit is waarschijnlijk de oorzaak geweest waardoor Nature's poging om Open Peer Review te realiseren is mislukt: te weinig reviewers (die zich met een te controleren naam en instelling dienden aan te melden) wilden zich in een dergelijk open proces blootgeven.


Anonimiteit is onderdeel van de overeenkomst tussen reviewers en de publicaties die een review organiseren, maar een meer algemene vraag, namelijk in hoeverre de tijdschriften het recht hebben om de peer review-archieven gesloten te houden, is niet geregeld. Pfizer probeerde om te zien in hoeverre de peer review overeind kon blijven toen het werd geconfronteerd met een rechtszaak van patienten die Pfizer's medicijnen Bextra en Celebrex hadden gebruikt. Het bedrijf wilde het tijdschrift JAMA , Journal of the American Medical Association, en de daaraan geassocieerde publicaties dwingen alle documenten te overleggen die gerelateerd zijn aan de peer review van verschillende artikelen aangaande de betreffende medicijnen. Een rechter heeft dat verzoek nu afgewezen. De argumentatie van JAMA was dat 'the resulting breach of confidentiality would make potential reviewers hesitant to offer their service, ultimately crippling the publication process, with negative effects that may broadly affect society'. De rechter ging met die argumentatie uiteindelijk akkoord, en stelde dat het belang van peer review in dit geval belangrijker was dan het feit dat Pfizer de documenten graag wilde zien. Dat laatste geeft onmiddellijk ook de beperkingen aan van de 'winst' die de uitgevers met de uitspraak hebben geboekt. Pfizer werd vooral aangesproken op het feit dat het bedrijf geen dwingende en overtuigende indicatie gaf van de wijze waarop de betreffende informatie de verdediging van het bedrijf zou kunnen ondersteunen. Dat laat dan voorlopig ook de deur open voor een toekomstige beslissing, waarin de peer review archieven wel geopend moeten worden als een bedrijf daartoe wel voldoende redenen heeft. Die dreiging blijft en de consequenties daarvan kunnen groot zijn. Want hoewel peer review niet zaligmakend is (en zeker niet alle bovengenoemde problemen oplost), het heeft er wel voor gezorgd dat er een redelijke mate van vertrouwen bestaat in wetenschappelijke tijdschriften. En het is maar de vraag of er een vervanger is die, als peer review onmachtig wordt, in staat is eenzelfde mate van vertrouwen te creeren.

Share This:

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.