7 juli 2005
In de column van de maand juli 2005 wijs ik op het verschijnsel Freenet. In dit artikel wil ik wat verder ingaan op dit peer-to-peer netwerk (te vergelijken met KaZaa), dat ondanks een nog beperkt gebruik steeds populairder wordt. Freenet is interessant vooral omdat de filosofie zoals die in ontwikkeld door Ian Clarke grote consequenties heeft. Freenet is een grootschalig peer-to-peer netwerk dat de krachten van deelnemende computers over de hele wereld bijeenvoegt om een enorm virtueel informatie-'pakhuis' te creëren, waardoor iedereen vrij kan publiceren of informatie kan bekijken. Clarke definieerde vier kenmerken van Freenet:
* Duurzaam: alle interne processen zijn volledig geanonimiseerd, waardoor het voor een aanvaller vrijwel onmogelijk wordt om informatie te vernietigen of controle over het systeem te verkrijgen.
* Vrij van censuur: Freenet maakt het extreem moeilijk in de gaten te houden welke informatie door de gebruiker gepubliceerd, geraadpleegd of opgeslagen wordt.
* Veilig: opgeslagen informatie in Freenet wordt beschermd door een sterke cryptografische coderingen, waardoor kwaadwillend knoeien of vervalsen zo goed als onmogelijk gemaakt wordt.
* Efficiënt: Freenet verveelvoudigt en verplaatst informatie op een dynamische manier als reactie op de hoeveelheid vraag naar bepaalde informatie. Op deze manier wordt een efficiënte service verschaft en wordt een minimale hoeveelheid bandbreedte gebruikt. Niet of nauwelijks gevraagde informatie zal na verloop van tijd door het gebrek aan verplaatsingen en opvragingen automatisch verdwijnen.
Geert-Jan van Bussel
Geschiedenis
Freenet is een verfraaide Open Source implementatie van Ian Clarke’s systeem, zoals hij dat in 1999 beschreef in ‘A distributed decentralized information storage and retrieval system’ (kies: FreeNet white paper). In juli 1999 startte hij samen met een aantal vrijwilligers de opbouw van Freenet. In maart 2000 werd versie 0.1 van Freenet uitgebracht. Vanaf dat moment werd er in de pers uitgebreid verslag over Freenet gedaan, met name evenwel door de implicaties van Freenet voor het copyright. Het echte streven van Freenet, namelijk absolute vrijheid van communicatie kwam niet zo duidelijk uit de verf. Zoals bij alle Open Source-software vinden ontwikkelingen in hoog tempo plaats. Voortdurend komen nieuwe versies, elk met significante verbeteringen en uitbreidingen. Op dit moment is versie 0.5.2. beschikbaar, met grote architecturele, prestatie- en veiligheidsverbeteringen in vergelijking met de voorgaande versies. Versie 0.5.2. is daarnaast een stuk gebruiksvriendelijker en stabieler geworden.
Filosofie
Het grote verschil van Freenet met andere peer-to-peer netwerken is dat gebruikers hun bijdragen volledig anoniem kunnen uitwisselen. Freenet is een open, democratisch systeem waar op geen enkele manier controle op uit is te oefenen, zelfs niet door de makers. Ian Clarke hanteert standpunten inzake de vrijheid van meningsuiting die door sommigen als extreem kunnen worden beschouwd. Vrijheid van meningsuiting wordt in de meeste westerse culturen vaak gezien als het belangrijkste recht dat iemand zou moeten hebben. Daarnaast is het van essentieel belang dat burgers door hun overheden van voldoende juiste informatie worden voorzien zodat ze de mogelijkheid hebben hun gekozen bestuurders en de hun ondersteunende ambtenaren optimaal te kunnen controleren. En uiteraard gelden die criteria ook van het (internationale) bedrijfsleven, die eveneens goede, juiste en correcte informatie over hun produkten moeten bieden en tevens geen misbruik mogen maken van de klantinformatie die hen ter beschikking wordt gesteld.
De gedachte achter Freenet is dat er in alle westerse staten mogelijkheden bestaan om controle uit te oefenen op de informatie waartoe de burger toegang heeft. In alle westerse staten wordt volgens Clarke in grote mate gebruik gemaakt van de mogelijkheid om informatie te verbergen en te censureren. Hierdoor worden de democratische principes voortdurend ondermijnd. Volgens Clarke is de enige manier om er zeker van te zijn dat een democratie effectief blijft bestaan te garanderen dat de informatieverstrekkers (en dus vooral de overheid en het bedrijfsleven) niet de mogelijkheid hebben om controle uit te oefenen op de informatie die de bevolking heeft, deelt, communiceert etc. Het filteren van informatie beperkt de vrijheid van meningsuiting en een optimale informatievoorziening te ingrijpend om het te kunnen toestaan. Freenet streeft er naar om twee of meer mensen die informatie willen delen de mogelijkheid te geven om dit gewoon te kunnen doen.
Censuur en anonimiteit
Censuur kan in sommige omstandigheden gewenst zijn. Zo is het verspreiden van racistische informatie illegaal. Overheden proberen te voorkomen dat mensen dingen gaan verkondigen die de maatschappij schade aan kunnen doen. Clarke hanteert in dit kader evenwel een radicaal standpunt: het is niet mogelijk om 'goede' censuur (zoals beschreven) toe te passen, zonder de mogelijkheid te bieden voor 'slechte' censuur. Om gebruik te kunnen maken van welke vorm van censuur dan ook zal de overheid de mogelijkheid moeten hebben om alle communicatie van gegevens te kunnen controleren en dus te beperken. Daarbij kan 'goede' censuur averechts gaan werken, zelfs wanneer het niet verkeerd zou worden gebruikt in andere situaties. Bijvoorbeeld: het is over het algemeen effectiever om mensen te overtuigen door hem of haar eerst de tegenargumenten voor te schotelen, en dan deze argumenten te beantwoorden.
Helaas maakt het beschermen van mensen tegen het bewust worden van onoprechte argumenten die gebruikt worden door racisten, de mensen kwetsbaar voor zulke argumenten wanneer ze deze uiteindelijk ondervinden. Het is niet mogelijk om vrijheid van meningsuiting te hebben, zo stelt de Freenet-filosofie, zonder de mogelijkheid te hebben om anoniem te blijven. Het is een misvatting dat anonieme informatie niet vertrouwd kan worden. Met behulp van digitale handtekeningen kunnen veilige anonieme pseudoniemen opgebouwd worden.
Overheden zijn uiteraard niet erg te spreken over deze opvattingen over censuur en anonieme informatieverspreiding, die in Freenet een instrument vinden. Het ontneemt de overheden controlemogelijkheden, die zeker in deze tijd van antiterrorismebestrijding overal exponentieel toenemen. Freenet dreigt hieraan radicaal afbreuk te doen.
Copyright
Freenet en copyright gaan niet samen. Zoveel is in ieder geval zeker. Handhaving van copyright vereist controle over de communicatiekanalen. Als evenwel communicatiekanalen worden gecontroleerd kan er geen vrijheid van meningsuiting bestaan. Freenet moet, als systeem bedoeld om de vrijheid van meningsuiting te beschermen, de uitvoering van het copyright verhinderen.
Dit standpunt is wat de grootste ophef over Freenet heeft veroorzaakt.
Clarke zegt letterlijk dat zelfs als copyright de enige manier zou zijn om artiesten te belonen voor hun werk, vrijheid (van communicatie en meningsuiting) veel belangrijker is dan het hebben van professionele artiesten. In de praktijk, zo stelt Clarke, werkt het copyright ook niet. De muziekindustrie bijvoorbeeld is een van de meest luidruchtige tegenstanders van verbeteringen in de communicatietechnologie (zeg: peer-to-peer netwerken ter distributie van muziek, G.J.). Volgens Clarke krijgen door het copyright tussenpersonen de mogelijkheid om controle uit te oefenen over het distributiemechanisme van de muziek, wat nadelig is voor zowel de artiest als het publiek. Ter vervanging van het copyright komt Clarke met het idee ‘Fairshare’. Hierbij kunnen mensen door aandelen te kopen investeren in een artiest. Wanneer de artiest succesvol is worden de aandelen meer waard en wordt de investeerder zelf beloond. Dit principe is ook in de Golf-wereld met succes toegepast. Het gevolg van dit mechanisme is dat de rol van de tussenpersoon wordt uitgeschakeld.
Consequenties
De gevolgen van een toenemend gebruik van Freenet zijn groot. Het is niet voor niets dat overheid en bedrijfsleven wereldwijd de ontwikkeling van Freenet met argusogen volgen. De innovatie van Freenet is de infrastructuur en de anonimiteit. Het is onmogelijk na te gaan wie welke informatie heeft geplaatst. Het is tevens onmogelijk veelgevraagde, niet-wenselijke informatie te verwijderen. Censuur kan niet worden toegepast. Het Freenet is van buitenaf nauwelijks stil te leggen, omdat het niet gebruik maakt van vaste, vooraf bepaalde kernpunten in het netwerk. Freenet is, net als KaZaa, software met duizenden ‘nodes’, opslagplekken en communicatiecentra. Het wegvallen van tien of honderd van dergelijke, steeds wisselende centra heeft nauwelijks effect op de werking van het netwerk. Dat maakt beheersing van het netwerk, zowel qua inhoud als qua infrastructuur, onmogelijk.
Het is bekend hoeveel moeite gedaan moet worden om, zonder succes, de werking van KaZaa, waar in principe iedere deelnemer traceerbaar is, te verhinderen. De muziekindustrie realiseert aanscherpingen van het copyright, zonder het netwerk te kunnen ‘platleggen’. Vergelijk dat dan eens met het ‘anonieme’ netwerk Freenet.
Het is een feit dat Freenet op dit moment nog door relatief weinig gebruikers wordt gebruikt. Debet daaraan is deels de gebruiksonvriendelijkheid en het feit dat iedere gebruiker wel heel erg veel zelf moet uitvinden. Gewone leken beginnen daar niet aan. Toch wordt volgens Clarke de software nu ongeveer tweeduizend keer per dag gedownload. Dat staat in geen enkele verhouding tot KaZaa, Grokster en BitTorrent, die gemiddeld per dag meer dan een miljoen keer zijn weg naar de computers van gebruikers, vinden. Maar de populariteit is groeiende en Freenet wordt steeds groter.
Uiteraard zijn de nadelen evident. Clarke erkent dat het onvermijdelijk is dat zijn geesteskind ook door ongure elementen zal worden gebruikt, die de dienst zullen zien als ideaal distributiekanaal voor bijvoorbeeld kinderporno, racistische taal, spionage-activiteiten en terrorisme. Clarke neemt dit voor lief. ‘Als je gelooft in vrijheid van meningsuiting, dan moet je die van andere mensen ook verdedigen. Zelfs als je het niet met de ideeën eens bent of ze zelfs smakeloos vindt'. In die zin is Freenet een ongeleid projectiel. Overheden en bedrijfsleven worden geconfronteerd met een techniek die niet aftapbaar is, die niet muteerbaar is en die vooral niet door hen kan worden gecontroleerd. Dat kan gevaarlijk zijn. Maar, ondanks de fraaie filosofie, Freenet groeit vooral door de spastische reacties van de muziek- en filmmaatschappijen op de inbreuken op hun copyright. Goede en betaalbare oplossingen van hun kant kunnen de groei van Freenet wellicht stuiten; in principe heeft niemand bezwaar tegen betalen voor produkten, mits deze betalingen reëel zijn. Maar Freenet bestaat wel, met alle voor- en nadelen van het gebruik. Dat beest is los, en dat gevangen nemen lijkt onmogelijk….