Een niet functionerend bedrijfsnetwerk en slecht werkende software zijn de grootste irritaties bij Nederlandse werknemers. Dit blijkt uit onderzoek naar ontevredenheid op de werkvloer dat onderzoeksbureau Multiscope uitvoerde onder duizend Nederlandse professionals.
Van alle ondervraagden gaf 82 procent aan dat hij of zij ontevreden is over de prestaties van het bedrijfsnetwerk en vastlopende software. Die problemen worden door de respondenten in één adem genoemd. De IT-problemen worden gevolgd door ellebogenwerk om hogerop te komen (75 procent), slechte sfeer op werkvloer (68 procent), collega’s die te laat komen (66 procent) en luid pratende of bellende collega’s (65 procent).
Daarnaast zijn belangrijke ergernissen collega’s met een negen-tot-vijf-mentaliteit en collega’s die lange rookpauzes nemen. Ruim één op de vier denkt het werk van zijn direct leidinggevende beter te kunnen dan de leidinggevende zelf. Onder mannen gaat het bijna om een derde deel. Leidinggevenden moeten vooral beter luisteren en duidelijker communiceren, vinden de respondenten.
Uit het onderzoek blijkt ook dat 70 procent van de werknemers zucht onder de economische crisis en dat deze invloed heeft op het dagelijkse werk. Zo merken ongeveer twee van de vijf mensen dat er bij zijn werkgever meer op de kleintjes wordt gelet. Een derde van de werknemers heeft te maken met hogere werkdruk omdat als gevolg van de crisis hetzelfde werk met minder personeel gedaan moet worden. Bij 77 procent zorgt dit voor stress tijdens het werk.
De ondervraagden verwachten niet dat het nieuwe werken de ergernissen tegen zal gaan. 54 procent van hen denkt dat bijvoorbeeld vaker thuiswerken of op andere tijden werken er niet voor zorgen dat de ergernissen die er op de werkvloer zijn afnemen.
Toch zien werknemers wel positieve kanten aan het nieuwe werken. Zo raakt 73 procent meer gemotiveerd door de hogere mate van zelfstandigheid die het nieuwe werken met zich meebrengt. Ook vermoed 71 procent van de ondervraagden dat het nieuwe werken bijdraagt aan het verminderen van files doordat mensen niet meer op hetzelfde moment de weg op hoeven.
Het nieuwe werken leeft vooral bij grotere bedrijven (meer dan honderd werknemers). 61 procent van de werknemers van deze bedrijven geeft aan dat het nieuwe werken (deels) is ingevoerd. Bij middelgrote en kleinere bedrijven is dat 38 procent. De maatregelen die het meest genomen zijn om het nieuwe werken te introduceren zijn vanuit huis toegang hebben tot het bedrijfsnetwerk (78 procent), thuiswerken (69 procent) en het invoeren van flexibele werktijden (57 procent).