e-Qaeda: hoe misleid ik de CIA…

7 augustus 2005.

Bijna vier jaar na de aanslagen van 11 september 2001 en de
daaropvolgende verdrijving van al-Qaeda uit Afghanistan, is de beweging
veranderd van een fysieke organisatie in een gedistribueerde
verzameling van ad-hoc verbanden zonder vaste leidingsstructuur op het internet.
De beweging vertoont qua structuur gelijkenis met andere online
gemeenschappen. In november 2001 was de transformatie blijkbaar al
ingezet. Door Hamid Mir, de biograaf van Osama bin Laden, werd
opgetekend hoe de helft van de leden die de bases in Afghanistan
verlieten om zich elders te verbergen, naast een Kalashnikov ook een
laptop meedroegen. Dennis Pluchinsky, expert bij het Amerikaanse
ministerie van Binnenlandse Zaken, zegt dat het internet tegenwoordig
een belangrijke drijvende kracht achter de beweging is. Door de wijze
waarop het web in elkaar steekt, slagen regeringen er niet in om de
aanwezigheid op het internet tegen te houden of zelfs maar te
bemoeilijken.



Voormalig CIA-operatieleider Michael Scheuer zegt dat het internet een
belangrijke mogelijkheid wegneemt om leden te treffen wanneer ze het
meest kwetsbaar zijn, namelijk als ze in beweging zijn. Ten eerste
hoeft er veel minder gereisd te worden en ten tweede, als er wel
gereisd wordt hoeft er veel minder materiaal mee. Geen schema’s,
ontwerpen of formules; informatie wordt online gezet en wordt ofwel
versleuteld of raakt verloren in de veelheid aan informatie. Er worden
enorme dynamische online bibliotheken van trainingsmaterialen gebouwd
evenals forums waar experts vragen beantwoorden. Deze informatiebronnen
handelen over de meest uiteenlopende zaken zoals het maken van een bom
uit vrij verkrijgbare materialen, hoe het beste op Amerikaanse soldaten
geschoten kan worden of hoe men onopvallend Irak binnen kan sluipen.
Volgens onderzoekers van het Terrorism Research Center werd de
waardevolste informatie over de aanslagen van 11 september op
kinderlijk eenvoudige wijze uit handen van de inlichtingendiensten
gehouden. Khalid Sheik Mohammed, een van de planners van de aanslagen
die later in Pakistan werd gepakt, wisselde berichten uit door steeds
nieuwe gratis e-mailaccounts aan te maken en berichten als concept
(draft) op te slaan. Vervolgens werden de gebruikersnamen en
wachtwoorden verspreid, zodat de inlichtingendiensten bot vingen bij
het onderscheppen van Mohammeds e-mailverkeer aangezien de berichten
nooit werden verstuurd. Een andere manier die de onderzoekers ontdekten
was het sturen van grote hoeveelheden e-mailberichten om n bericht te
verbergen. Het leek dan om spam te gaan en werd genegeerd.
Volgens John Arquilla van de Naval Postgraduate School wordt
tegenwoordig vaak zeer krachtige encryptie gebruikt, waardoor
boodschappen niet in redelijke tijd te kraken zijn. In de Verenigde
Staten is om die reden voorgesteld om het versleutelen van criminele
informatie als misdrijf aan te merken. Naar aanleiding van de
bomaanslagen in Londen roept de Britse politie
de regering nu ook op om een vergelijkbare wet aan te nemen en het
achterhouden van encryptiesleutels strafbaar te stellen. Dergelijke
wetgeving is echter niet zonder problemen, zo kan gesteld worden dat
het de bewijslast omkeert aangezien een verdachte zijn eigen onschuld
moet bewijzen door een geldige sleutel te overhandigen.

Share This:

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.