Nederland voert een Europees project aan om extremisme op internet te bestrijden via ‘samenwerking met bedrijven’. Hoster Leaseweb vreest een hellend vlak. Het zogeheten Clean IT Project, opgezet met Europese subsidie, valt onder de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Het is bedoeld voor een publiek-private samenwerking als een situatie ontstaat van ‘deadlocked talks between government and industry’ (zoals de website van het project aangeeft). Doel is een vrijwillige medewerking van private partijen met overheden en opsporingsinstanties in de EU-landen.
Een formele aanpak is niet de bedoeling. Het projectteam van Clean IT stelt op de eigen site dat het een niet-wetgevend raamwerk wil ontwikkelen, dat bestaat uit algemene principes en ‘best practices’. Die zijn dan bedoeld om extremistische activiteiten op internet in Europa aan te kunnen pakken.
De projectleider bij NCTV stelt dat Clean IT voortborduurt op de totstandkoming van de Nederlandse gedragscode Notice-and-Takedown. De Nederlandse programmamanager zet die aanpak van onrechtmatige of illegale content neer als een vorm van zelfregulering door het bedrijfsleven.
Alex de Joode van internetbedrijf LeaseWeb loopt niet warm voor dit Europese overheidsproject, waarvan de site overigens wel draait bij die hoster. ‘Volgens mij moet er uit dit project een document komen hoe je met bepaalde content om moet gaan’. Dat document zou dan voor hosters en andere internetproviders zijn om aan een soort zelfregulering te doen wat betreft illegale content.
Het probleem zit volgens De Joode in de definitie van illegaal en het vergaren van de bewijslast daarvoor. Hij noemt Jihadistische recrutering als voorbeeld. ‘Dat is illegaal, maar het is een proces dat in stukken valt op te knippen. Elk van die stukken valt te draaien op een aparte website, die elk an sich niet illegaal is’. De hele keten is wel illegaal, maar het is aan de overheid om dit aan te tonen en duidelijk te maken aan de rechter-commissaris. Die kan dan besluiten een hoster te sommeren om een bepaalde site of sites offline te halen. In Nederland kasn daar gewoon artikel 54a Wetboek van Strafrecht voor gebruikt worden.
‘De discussie gaat níet over illegale content en over de bestrijding van terrorisme’, zegt De Joode. Het gaat er om hoe en door wie de mogelijke illegaliteit wordt onderzocht, onderbouwd en vervolgens eventueel opgelegd. Dat laatste geeft een private partij zoals een hoster of telecombedrijf ook de mogelijkheid om ertegen in beroep te gaan, indien het bedrijf het er niet mee eens is.
‘Dit is een probleem over de schutting gooien bij de providers. Daar zijn wij geen voorstander van’.
De NCTV-projectleider legt uit dat het initiatief juist is opgezet om ‘bottom-up’ tot oplossingen te komen. Dus aangedragen vanuit en gedragen door de industrie, en niet opgelegd door overheidspartijen. Hij stelt dat dit een ‘wezenlijk andere insteek is dan bijvoorbeeld een traditioneel wetgevingstraject. In dit project wordt nadrukkelijk gewerkt aan het opbouwen van vertrouwen in evenwichtig samengestelde groepen. In de Clean IT workshops worden deelnemers uitgenodigd waarbij de ideale samenstelling is: eenderde overheid, eenderde belangengroepen, en eenderde betrokken industrie. Bovendien beperken de overheidspartijen zich vooral tot het formuleren van het probleem en uitleggen van het fenomeen internet & extremisme’. Tja. Mooi taalgebruik.
Het Clean IT Project, met als slogan ‘Fighting the illegal use of internet’, is een samenwerking met overheidsinstanties in België, Groot-Brittannië, Duitsland en Spanje. Onder die partners bevinden zich ministeries van Binnenlandse Zaken en contraterrorisme-organisaties zoals het Belgische OCAD en het Spaanse CNCA. Ook Europol doet mee. Of mij dat vertrouwen geeft, weet ik niet.